Lidwoorden Spaans

Weet jij hoe je de Spaanse lidwoorden moet gebruiken? Wij vertellen je precies wanneer je el moet gebruiken en waanneer juist la.

Lidwoorden Spaans

In het Nederlands weet je hoe raar het klinkt als iemand het gebruikt wanneer je de moet gebruiken of andersom. Je wilt niet dat iemand zegt “het stoel” in plaats van “de stoel”. Om goed over te komen in een taal is het dus belangrijk om fouten met de Spaanse lidwoorden te voorkomen.

Helaas is het in het Spaans niet zo makkelijk als in het Engels waar ze alleen het lidwoord “the” gebruiken.

Het voorkomen van fouten met de lidwoorden doe je door te bepalen of een zelfstandig naamwoord mannelijk of vrouwelijk is in het Spaans. Zoals het verschil tussen un en una en het verschil tussen el en la.

Mannelijk of vrouwelijk spaans

Om “de” of “het” uit te drukken in het Spaans gebruik je “el” voor mannelijk enkelvoud en “los” voor mannelijk meervoud. Voor vrouwelijk enkelvoud gebruik je “la” en voor vrouwelijk meervoud gebruik je “las”.

Ook voor “een” gebruiken ze in het Spaans een verschillende vorm voor mannelijk en vrouwelijk. Ze gebruik je “un” voor een mannelijk woord en “una” voor een vrouwelijk woord.

Hoe weet je of een woord mannelijk of vrouwelijk is in het Spaans?

Om te weten of een woord mannelijk of vrouwelijk is in het Spaans geldt over het algemeen de volgende regel;

  • Mannelijke woorden zijn de woorden die eindigen op een -o
  • Vrouwelijke woorden zijn de woorden die eindigen op een -a

Maar natuurlijk zijn er hier ook uitzonderingen. Het zou te makkelijk zijn als je alleen hoeft te kijken naar of het woord eindigt op een -o of -a. Echter kun je wanneer je niet weet of een woord mannelijk of vrouwelijk is in het Spaans wel het beste uitgaan van deze regel. In de meeste gevallen zul je het goed hebben.

Ook zijn er enkele andere uitgangen die vaak aangeven of een zelfstandig naamwoord mannelijk of vrouwelijk is. Deze zijn als volgt;

  • Woorden met de uitgangen -or, -aje, -ismo en m(i)ento zijn meestal mannelijke woorden.
  • Woorden met de uitgangen -ción, -sión, -zón, -dad, -tad, -tud en -ez zijn meestal vrouwelijke woorden.

Maar let op! Het is goed om te weten dat woorden die eindigen op -ista zowel mannelijk als vrouwelijk kunnen zijn.

Letters en getallen

Maar hoe zit het met bijvoorbeeld letters of getallen? Zijn deze mannelijk of vrouwelijk? Hierover kunnen we duidelijk zijn. Letters zijn in het Spaans altijd vrouwelijk en getallen zijn in het Spaans altijd mannelijk.

De onzijdige vorm in het Spaans

In het Spaans is er geen onzijdige vorm. In deze gevallen gebruik je namelijk de mannelijke vorm. Ook wanner het gaat om 2 jongens en 2 meisjes gebruik je de mannelijke vorm en zeg je “los”.

Spaanse lidwoorden oefenen

Lidwoorden Spaans

In het Nederlands weet je hoe raar het klinkt als iemand het gebruikt wanneer je de moet gebruiken of andersom. Je wilt niet dat iemand zegt “het stoel” in plaats van “de stoel”. Om goed over te komen in een taal is het dus belangrijk om fouten met de Spaanse lidwoorden te voorkomen.

Helaas is het in het Spaans niet zo makkelijk als in het Engels waar ze alleen het lidwoord “the” gebruiken.

Het voorkomen van fouten met de lidwoorden doe je door te bepalen of een zelfstandig naamwoord mannelijk of vrouwelijk is in het Spaans. Zoals het verschil tussen un en una en het verschil tussen el en la.

Mannelijk of vrouwelijk spaans

Om “de” of “het” uit te drukken in het Spaans gebruik je “el” voor mannelijk enkelvoud en “los” voor mannelijk meervoud. Voor vrouwelijk enkelvoud gebruik je “la” en voor vrouwelijk meervoud gebruik je “las”.

Ook voor “een” gebruiken ze in het Spaans een verschillende vorm voor mannelijk en vrouwelijk. Ze gebruik je “un” voor een mannelijk woord en “una” voor een vrouwelijk woord.

Hoe weet je of een woord mannelijk of vrouwelijk is in het Spaans?

Om te weten of een woord mannelijk of vrouwelijk is in het Spaans geldt over het algemeen de volgende regel;

  • Mannelijke woorden zijn de woorden die eindigen op een -o
  • Vrouwelijke woorden zijn de woorden die eindigen op een -a

Maar natuurlijk zijn er hier ook uitzonderingen. Het zou te makkelijk zijn als je alleen hoeft te kijken naar of het woord eindigt op een -o of -a. Echter kun je wanneer je niet weet of een woord mannelijk of vrouwelijk is in het Spaans wel het beste uitgaan van deze regel. In de meeste gevallen zul je het goed hebben.

Ook zijn er enkele andere uitgangen die vaak aangeven of een zelfstandig naamwoord mannelijk of vrouwelijk is. Deze zijn als volgt;

  • Woorden met de uitgangen -or, -aje, -ismo en m(i)ento zijn meestal mannelijke woorden.
  • Woorden met de uitgangen -ción, -sión, -zón, -dad, -tad, -tud en -ez zijn meestal vrouwelijke woorden.

Maar let op! Het is goed om te weten dat woorden die eindigen op -ista zowel mannelijk als vrouwelijk kunnen zijn.

Letters en getallen

Maar hoe zit het met bijvoorbeeld letters of getallen? Zijn deze mannelijk of vrouwelijk? Hierover kunnen we duidelijk zijn. Letters zijn in het Spaans altijd vrouwelijk en getallen zijn in het Spaans altijd mannelijk.

De onzijdige vorm in het Spaans

In het Spaans is er geen onzijdige vorm. In deze gevallen gebruik je namelijk de mannelijke vorm. Ook wanner het gaat om 2 jongens en 2 meisjes gebruik je de mannelijke vorm en zeg je “los”.

Spaanse lidwoorden oefenen

Veel gestelde vragen

Om te weten of een woord mannelijk of vrouwelijk is, kun je uitgaan van de volgende regel;

  • Woorden die eindigen op een -o zijn mannelijk
  • Woorden die eindigen op een -a zijn vrouwelijk

Voor de andere uitgangen geldt het volgende;

  • Woorden met de uitgangen -or, -aje, -ismo en m(i)ento zijn meestal mannelijke woorden
  • Woorden met de uitgangen -ción, -sión, -zón, -dad, -tad, -tud en -ez zijn meestal vrouwelijke woorden

In het Nederlands kennen we de "de", "het" en "een" als lidwoorden. In het Spaans gebruiken ze "el" en "la" waar we in het Nederlands "de" en "het" gebruiken. Un en una gebruiken we waar we "een" in het Nederlands gebruiken. 

El of la gebruik je in het Spaans wanneer je "de" of "het" wilt gebruiken. El gebruik je voor mannelijke woorden en la voor vrouwelijke woorden. 

Un of una gebruik je in het Spaans wanneer je in het Nederlands "een" zou gebruiken. In het Spaans is "een" voor mannelijke woorden anders dan voor vrouwelijke woorden. 

Je gebruikt "un" voor mannelijke Spaanse woorden en "una" voor vrouwelijke Spaanse woorden.