El preterito perfecto

Wat is de preterito perfecto?

De preterito perfecto is een Spaanse verleden tijd die veel gebruikt wordt. Maar wat is de preterito perfecto eigenlijk in het Nederlands? In Nederland is deze tijd ook wel bekend als de voltooid tegenwoordige tijd. Om een iets duidelijker beeld te geven van de preterito perfecto geven we een Nederlands voorbeeld. In het Nederlands gebruiken we deze tijd namelijk ook. Hoe we de perfecto in Nederland maken? Dit doen we door “hebben” en “zijn” te gebruiken. En het makkelijke van deze tijd is dat je hetzelfde doet in het Spaans. Daar gebruiken ze namelijk “haber”. Ideaal toch? We hebben enkele voorbeelden voor je; 

Este verano ellos han viajado a Europa = Deze zomer hebben zij Europa bezocht
Tú has hablado con tu amigo ayer = Jij hebt gister met je vriend gesproken

Preterito perfecto uitleg

Nu we weten wat de preterito perfecto is, is het tijd om dieper in te gaan op wanneer je de preterito perfecto exact moet gebruiken. In grote lijnen gebruik je de preterito perfecto om een actie te beschrijven die nog niet is afgesloten of wanneer er geen exacte tijdsaanduiding is. Ook dien je de preterito perfecto in de volgende gevallen te gebruiken;

  • Als je het hebt over vandaag. De gebeurtenis waar je het over hebt is dus vandaag gebeurd. 
  • Als de gebeurtenis plaatsvindt in een periode die loopt tot en met nu. Je kunt denken aan aan deze week of dit jaar. 
  • Je gebruikt ook de perfecto als er geen tijdsaanduiding staat, maar een term die aanduidt dat het permanent is. Denk aan nunca (nooit), siempre (altijd).

Hoe maak je de preterito perfecto?

De preterito perfecto wordt gevormd door de presente van het werkwoord “haber” te combineren met het voltooid deelwoord van het werkwoord dat je wilt gebruiken.

Afhankelijk van de persoon en het aantal gebruik je dus de volgende vormen van het werkwoord haber;  “he, has, ha, hemos, habéis, han”.

De preterito perfecto vervoegen

Om te leren hoe je regelmatige werkwoorden moet vervoegen hebben we de volgende drie voorbeelden. Zo weet je gelijk hoe je regelematige werkwoorden die eindigen op -ar -er en -ir moet vervoegen.

Hablar (praten)

  • Yo he hablado = ik heb gesproken 
  • Tú has hablado = jij hebt gesproken 
  • Él / Ella / Usted ha hablado = hij / zij / u heeft gesproken
  • Nosotros hemos hablado = wij hebben gesproken
  • Vosotros habéis hablado = jullie hebben gesproken
  • Ellos / Ellas / Ustedes han hablado = zij hebben gesproken

Comer (eten)

  • Yo he comido = Ik heb gegeten
  • Tú has comido = Jij hebt gegeten
  • Él / Ella / Usted ha comido = Hij / zij / u heeft gegeten
  • Nosotros hemos comido = Wij hebben gegeten
  • Vosotros habéis comido = Jullie hebben gegeten
  • Ellos / Ellas / Ustedes han comido = Zij hebben gegeten

Vivir (leven)

  • Yo he vivido = Ik heb geleefd
  • Tú has vivido = Jij hebt geleefd= 
  • Él / Ella / Usted ha vivido = Hij/zij/u heeft geleefd
  • Nosotros hemos vivido = Wij hebben geleefd
  • Vosotros habéis vivido = Jullie hebben geleefd
  • Ellos / Ellas / Ustedes han vivido = Zij hebben geleefd

Preterito perfecto verbos irregulares vervoegen

Naast de regelmatige werkwoorden, zijn er ook veel werkwoorden met onregelmatige uitgangen in de preterito perfecto. Hoe je alle onregelmatige werkwoorden in de preterito perfecto moet vervoegen vind je hieronder. 

  • Ver = Visto
  • Prever = previsto
  • Hacer = Hecho
  • Satisfacer = Satisfecho
  • Deshacer = Deshecho
  • Abrir = Abierto
  • Morir = Muerto
  • Cubrir = Cubierto
  • Descubrir = Descubierto
  • Escribir = Escrito
  • Romper = Roto
  • Poner = Puesto
  • Exponer = Expuesto
  • Componer = Compuesto
  • Reponer = Repuesto
  • Volver = Vuelto
  • Envolver = Envuelto
  • Devolver = Devuelto
  • Revolver = Revuelto
  • Resolver = Resuelto

Signaalwoorden voor de preterito perfecto

Om het makkelijker te maken zijn er eental signaalwoorden waardoor het direct duidelijk is dat je de preterito perfecto moet gebruiken. Deze signaalwoorden maken dus duidelijk dat er geen duidelijke tijdsaanduiding is, of dat de actie nog niet is afgelopen. De signaalwoorden zijn als volgt;

  • Ya = Al 
  • Nunca = Nooit
  • Jamás = Nooit
  • Siempre = Altijd
  • esta semana = Deze week
  • este mes = Deze maand
  • este año = Dit jaar
  • Hoy = Vandaag
  • Todavía no = Nog steeds niet
  • Hace un rato = Sinds even

Meer leren zoals de preterito perfecto?

Wil jij graag je kennis over de preterito perfecto testen of juist verbeteren? Wij hebben verschillende oefeningen met de perfecto voor je. Ga direct aan de slag!

Preterito perfecto oefeningen

Wil jij meer weten over de verleden tijd in het Spaans? Kijk dan ook eens bij de preterito imperfecto en de preterito indefinido! Voor ook de tegenwoordige tijd en de futuro kijk je bij alle Spaanse tijden.

De preterito perfecto is in het Nederlands de voltooid tegenwoordige tijd. In het Nederlands maken we deze tijd door "hebben" of "zijn" te gebruiken. Bijvoorbeeld; deze zomer zijn we in Spanje geweest. In het Spaans is het nog makkelijker, daar gebruiken ze alleen “haber”.

Je gebruikt de preterito perfecto wanneer je een actie wilt beschrijven die nog niet is afgesloten of wanneer er geen exacte tijdsaanduiding is. De gebeurtenis is dus vandaag gebeurd, loopt nog steeds of is permanent. Signaalwoorden kunnen zijn “siempre” of “esta semana”.

Je maakt de preterito perfecto door de presente van het werkwoord "haber" te combineren met het voltooid deelwoord van het werkwoord dat je wilt gebruiken.

Je gebruikt dus he, has, ha, hemos, habéis, han en voegt aan het werkwoord de uitgang van de perfecto toe.